Zomaar een geslaagde letselschaderegeling door GLH in Alkmaar

GLH afkoopsom

Zomaar een geslaagde letselschaderegeling door Letselschadebureau GLH in Alkmaar:

Een paar jaar geleden kwam er via een Zorgverzekering waarmee wij samenwerken een schademelding binnen met een hulpvraag of wij van GLH hun verzekerde konden helpen met het verhalen van zijn letselschade.

Tijdens het lossen van een vrachtwagen was er een zgn. spin (elastiek) losgeschoten en in het oog van onze client terecht gekomen. Dit was helaas het einde van het oog.. Toen de melding binnenkwam was er tot overmaat van ramp ook nog eens het transportbedrijf waar onze client werkte failliet gegaan en dan weet je dat je moet zorgen dat deze schade zo snel mogelijk bij de verzekeraar gemeld moet worden, want anders verdwijn je ergens in een boedel-la van een curator. Dan gaat een AVB verzekeraar vaak geen aansprakelijkheid meer erkennen. (Dit aangezien een AVB verzekering geen verplichte verzekering is en de (failliete) eigenaren vaak ook niet meer de moeite nemen om zulke kwesties netjes af te ronden).

De administratrice die door de curator voor een paar dagen per week op het kantoor van het transportbedrijf was ingeschakeld om de zaken netjes te kunnen overdragen, hebben wij na veel bellen en corresponderen kunnen overtuigen om de schade toch onder de dekking van de AVB polis bij de verzekeraar te melden.

Ik zal u de inhoud van het verdere verloop van het letsel en het schaderegelingsproces besparen, maar mede dankzij onze door de wol geverfde arbeidsdeskundige en zeker ook dankzij de flexibiliteit van de letselschadebehandelaar bij de WAM verzekeraar heeft onze client met zijn “afkoopsom” (met voorbehoud) hiermee een succesvol delicatessen restaurant kunnen opstarten met binnen 6 maanden na de start al 100 reviews van 4.5 en hoger. (5 is max!)!!

Dit doet ons werkelijk goed!

Heeft u ook een zaak waarbij wij van dienst kunnen zijn?

Neem contact op via 085-2500085 of  www.GLH.nu

Letselschadebureau GLH

Gericht, Gratis en Goed!

Verjaring aansprakelijkheid (volgens WAM, 3 of) 5 jaar?

slachtofferhulp_gratisletselhulp_letselschaderaad_whiplash

Verjaring aansprakelijkheid (volgens WAM, 3 of) 5 jaar?

De algemene verjaringstermijn van vorderingen tot schadevergoeding bedraagt 5 jaar (artikel 3:310 BW). De Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) kent een eigen, afwijkende verjaringstermijn van 3 jaar waar het gaat om het eigen, rechtstreekse recht van een verkeersslachtoffer jegens de WAM-verzekeraar van de veroorzaker.

Om de verjaringstermijn van artikel 3:310 BW te stuiten, is volgens artikel 3:317 BW een schriftelijke verklaring vereist, ook als partijen in onderhandeling zijn. De WAM wijkt hier van af en kent wat dat betreft een soepeler regime. Artikel 10 lid 5 WAM bepaalt dat de verjaringstermijn wordt gestuit door iedere onderhandeling tussen de verzekeraar en de benadeelde (‘duurstuiting’). Deze ‘duurstuiting’ eindigt pas als de onderhandelingen tussen de WAM-verzekeraar en de benadeelde worden afgebroken.

Handelingen die de verjaring van de vordering van de benadeelde jegens de verzekeraar stuiten, stuiten tevens de verjaring van de vordering van de benadeelde jegens de veroorzaker (de verzekerde). Andersom geldt hetzelfde, zo bepaalt artikel 10 lid 4 WAM. Dit wordt ook wel ‘doorstuiting’ genoemd. In de zaak waarin het gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2014 arrest heeft gewezen (ECLI:NL:GHAMS:2014:3050), ging het om een in 1996 door een taxi aangereden verkeersslachtoffer. Dit slachtoffer is in onderhandeling getreden met de WAM-verzekeraar van de taxichauffeur, de veroorzaker.

In 2004 heeft de verzekeraar de onderhandelingen afgebroken. Dat betekent dat op dat moment een nieuwe verjaringstermijn is gaan lopen. In 2009 heeft (de advocaat van) het slachtoffer stuitingsbrieven verstuurd aan zowel de verzekeraar als de veroorzaker. Zowel de WAM-verzekeraar als de veroorzaker beroepen zich vervolgens op verjaring van de vordering. Immers, na het afbreken van de onderhandelingen in 2004 is een verjaringstermijn van 3 jaar in de zin van artikel 10 WAM gaan lopen. De vorderingen zijn derhalve reeds in 2007 verjaard, aldus de WAM-verzekeraar en de veroorzaker. Het gerechtshof volgt dit betoog van de WAM-verzekeraar en de veroorzaker slechts gedeeltelijk. Volgens het gerechtshof is de vordering jegens de WAM-verzekeraar inderdaad verjaard, maar de vordering jegens de veroorzaker niet. Zoals genoemd bepaalt artikel 10 lid 4 WAM dat iedere stuitingshandeling die door het slachtoffer richting de verzekeraar is gedaan, ook een stuiting oplevert jegens de veroorzaker (dus de taxichauffeur). Tot het moment dat de onderhandelingen door de WAM-verzekeraar werden afgebroken is er dus ook jegens de taxichauffeur gestuit. Bij het afbreken van de onderhandelingen is een nieuwe verjaringstermijn gaan lopen. Jegens de WAM-verzekeraar is dit een termijn van 3 jaar.

Jegens de veroorzaker is dit echter een termijn van 5 jaar, gebaseerd op artikel 3:310 BW. De verjaringstermijn van de WAM is op deze verhouding niet van toepassing. Artikel 10 lid 5 WAM handelt uitsluitend over de verhouding tussen slachtoffer en de verzekeraar, aldus het gerechtshof.

Het gerechtshof motiveert dit oordeel door te wijzen op de strekking van de WAM. De WAM beoogt verkeersslachtoffers extra bescherming te bieden. Een verkorting van de verjaringstermijn van 5 jaar die jegens de verzekerde geldt, is niet met deze strekking te rijmen. Ondanks dat de rechtstreeks vordering van het slachtoffer jegens de WAM-verzekeraar dus is verjaard, zal de WAM-verzekeraar – behoudens eventuele dekkingsbeperkingen op grond van de polisvoorwaarden – alsnog moeten betalen in de vorm van uitkering aan haar aansprakelijke verzekerde, de taxichauffeur.

Bron: N. Brouwer